
De Nesting Tables van Josef Albers, een ontwerper die in de collectie van het MoMA vertegenwoordigd is, worden beschouwd als baanbrekend voor hun integratie van pure en levendige kleuren in meubelontwerp. Als gevolg van zijn achtergrond als timmerman en aannemer hechtte Albers veel waarde aan groot vakmanschap, en hij ontwierp deze functionele en elegante tafels met een zorgvuldige en rijke eenvoud.
In 1922/23 ontwierp Gropius zijn strikt kubusvormige directeurskamer in Weimar met zijn eigen ontwerpen en
die van andere Bauhäusler.
De door Tecta geproduceerde heruitgaven van de Bauhaus-modellen
zijn goedgekeurd door het Bauhaus-archief in Berlijn en hebben het originele Bauhaus-signet van Oskar Schlemmer, meester aan het Bauhaus
in Weimar en Dessau. Zelfs vandaag de dag, de verhoudingen van de Bauhaus-modellen zijn precies hetzelfde als die van de
originelen.
Een icoon van de Duitse weverij en het Bauhaus is het Bauhaus-tapijt van Gertrud Arndt uit 1924, want het enige exemplaar dat in die tijd werd geproduceerd, werd aangetroffen in het kantoor van de Bauhaus-oprichter Walter Gropius in Weimar.
Dit kantoor van de directeur diende ook als showroom waar werken uit de verschillende ateliers aan bezoekers werden gepresenteerd.
De directeurskamer van Walter Gropius is een opmerkelijk voorbeeld van het verfijnde ontwerp en de unieke
esthetiek die kenmerkend zijn voor de Bauhaus-stijl. Als oprichter en eerste directeur van de gerenommeerde Bauhaus-school in Dessau,
Duitsland, creëerde Gropius niet alleen baanbrekende architecturale werken, maar legde hij ook grote nadruk op
interieurdesign.
De kamer van de directeur was een persoonlijk toevluchtsoord voor Gropius
en diende als werkruimte en inspiratiebron. De kamer werd zorgvuldig ontworpen om een harmonieus evenwicht te creëren tussen
functionaliteit en esthetiek. Gropius hechtte veel belang aan strakke lijnen, functioneel meubilair en een minimalistische sfeer die
overeenkwam met de Bauhaus-principes.
De ruimte werd gekenmerkt door een combinatie van
natuurlijke materialen en moderne elementen. Een van de opvallendste kenmerken van de directeurskamer was Gropius' speciaal ontworpen
bureau. Het bestond uit een eenvoudig maar elegant houten frame en een glazen blad, dat de kamer een gevoel van lichtheid en openheid
gaf.
De meubels in de directeurskamer waren functionele meesterwerken van Bauhaus-design.
Dankzij klapstoelen en flexibele werkoppervlakken kon Gropius de kamer aanpassen aan zijn behoeften en verschillende werkwijzen
ondersteunen. Het kleurenpalet was overwegend neutraal, met af en toe accenten in gedurfde primaire kleuren die kenmerkend waren voor de
Bauhaus-stijl.
The man who wrote the rules. After first enrolling to study architecture at the Technical University
of Munich, Walter Gropius continued his studies at the University of Charlottenburg-Berlin, which he left in 1908 without completing his
diploma. Gropius joined the office of Peter Behrens in the same year, where he worked alongside a number of architects who would become
luminaries in their profession, including Ludwig Mies van der Rohe, Le Corbusier, and Dietrich Marcks.
After working for Behrens for two years, Gropius established his own practice for architecture and industrial
design in 1910. His output in this period included wallpapers, mass-produced interior furnishings, car bodies and even a diesel
locomotive.
The Fagus Factory in Alfeld an der Leine, which he designed together with Adolf
Meyer, would be his first major architectural work. With its transparent façade of steel and glass, this factory building is widely held
to be a pioneering work of what later became known as »Modern Architecture« evolving eventually in the 1920s into the »Neues Bauen« or
»New Objectivity« movement. The Fagus Factory was awarded UNESCO World Heritage status in June 2011.
After the First World War Gropius became a founding member of the Bauhaus: in 1919 he succeeded Henry van de
Veldes as the Director of the Großherzoglich-Sächsischen Hochschule für Bildende Kunst in Weimar (Thuringia) and renamed the institute
»Staatliches Bauhaus in Weimar«. Gropius held the office of Director in Weimar until 1926 and subsequently in Dessau. He was succeeded
by Ludwig Mies van der Rohe, who directed the Bauhaus until its closure in 1933. Gropius immigrated to England in 1934, following a
smear campaign by the Nazis, who branded the Bauhaus a »Church of Marxism«. In 1937 he relocated to Cambridge, USA, where he served as a
professor of architecture at Harvard University.
Walter Gropius begon zijn architectuurstudie aan de Technische Universiteit van München en vervolgde deze later aan de Universiteit van Charlottenburg-Berlijn, die hij in 1908 zonder diploma verliet. In hetzelfde jaar trad hij in dienst bij het bureau van Peter Behrens en werkte daar samen met andere opkomende architecten zoals Ludwig Mies van der Rohe, Le Corbusier en Dietrich Marcks.
Na twee jaar bij Behrens te hebben gewerkt, richtte Gropius in 1910 zijn eigen praktijk voor architectuur en industrieel ontwerp op. In die tijd ontwierp hij behangpapier, massainterieurs, autocarrosserieën en zelfs een diesellocomotief.
De Fagusfabriek in Alfeld an der Leine, die hij samen met Adolf Meyer ontwierp, werd zijn eerste grote architectonische werk. Het fabrieksgebouw met zijn transparante gevel van staal en glas wordt beschouwd als een voorloper van de beweging die later bekend werd als "Moderne Architectuur" en die uiteindelijk in de jaren 1920 leidde tot "Nieuw Bouwen" of "Nieuwe Zakelijkheid". De Fagusfabriek werd in juni 2011 uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Gropius stichtend lid van het Bauhaus. In 1919 nam hij de leiding over van de groothertogelijke hogeschool voor schone kunsten in Weimar en doopte deze om tot het "Staats-Bauhaus in Weimar". Gropius was directeur in Weimar tot 1926 en daarna in Dessau. Ludwig Mies van der Rohe volgde hem op als directeur en leidde het Bauhaus tot de sluiting in 1933. Vanwege een lastercampagne van de nationaal-socialisten, die het Bauhaus als een "marxistische kerk" afschilderden, emigreerde Gropius in 1934 naar Engeland. In 1937 verhuisde hij naar Cambridge, VS, waar hij hoogleraar architectuur werd aan de Harvard University.
Ontdek de tijdloze elegantie van de Walter Gropius TAC collectie van Rosenthal. Het minimalistische design en de heldere lijnen van het porseleinen servies weerspiegelen de architectonische principes van de Bauhaus-oprichter. Kom meer te weten over de functionele esthetiek en de individuele ontwerpmogelijkheden van deze gerenommeerde serviescollectie.